De weinige klassieke grotten in België worden veel bezocht, zijn goed gekend en geëquipeerd.

Het grootse deel van de slachtoffers die de Speleo-Secours te hulp moet snellen, zijn debutanten en gasten. Meestal zijn de problemen: trauma’s aan ledematen, uitputting, verdwalen, vast komen te zitten in vernauwingen…

Omdat de afgelopen jaren weer meer wordt geëxploreerd, komen daar ook, voor de meer ervaren speleologen, de mogelijke risico’s bij kijken die inherent zijn aan de exploratietechnieken en aan de omgeving zoals o.a. de desobstructietechnieken, het sifonduiken, moeilijke versmallingen en instabiliteit.

Omdat er jaarlijks maar weinig interventies plaatsvinden, heeft de Speleo-Secours geen nood aan een zware infrastructuur. België is een klein land waarin 50 % van de redders in een straal van minder dan 50 km van de grotten wonen. Daarom ligt de nadruk van de trainingen meer op de reactiesnelheid gedurende de eerste minuten na een noodoproep dan wel op het beheren van dagenlange interventies.

Structuur

Omdat alle grotten in het zuiden van het land liggen, wordt de Speleo-Secours in overeenkomst met de Civiele Bescherming beheerd door onze Waalse collega’s van het Union Belge de Spéléologie (UBS). Het UBS heeft de organisatie en het beheer in handen, benoemt de verantwoordelijken, de kaders en de redders.

De Civiele Bescherming staat in voor de logistieke ondersteuning op het terrein, de bekostiging van de vrijwilligers tijdens een interventie en de centralisatie van de noodoproepen.

De Speleo-Secours wordt bestuurd door de Commissie Secours. De CTN (Conseillers Techniques Nationaux) zijn gespecialiseerd in het leiden van een interventie en worden bijgestaan door de lokale CTA (Conseillers Techniques Adjoints). Het gros van de troepen bestaat uit de redders of ‘Equipiers’ die voornamelijk onder de grond zelf worden ingezet. De ploegen worden geleid door een CE (Chef d’Equipe) die een missie opgelegd krijgt van de CT. Onder de Equipiers zijn er ook verschillenden gespecialiseerd in o.a. communicatie, desobstructie, materiaalbeheer enz. en zijn er duikers, dokters, verplegers…

Voor wie?

Aangezien de interventies in grotten plaatsvinden en zo efficiënt mogelijk moeten zijn, moeten de redders met het milieu vertrouwd zijn. Speleologie is hoogstwaarschijnlijk de enige sport die instaat voor zijn eigen reddingen. De redders moeten ervaren speleologen zijn die volledig zelfstandig kunnen vorderen en equiperen onder de grond. Indien ze kunnen bewijzen dat ze de speleotechnieken beheersen, kunnen de leden van de erkende Belgische speleologiefederaties onder bepaalde voorwaarden vrijwilliger worden bij de Speleo-Secours.

Om effectief lid te worden, moeten ze een opleiding volgen van verschillende modules gespreid over anderhalf tot 3 jaar. Gedurende die modules worden de specifieke speleo-secourstechnieken aangeleerd: EHBO, stabilisatie van een slachtoffer, theorie, brancardage in horizontale galerijen, brancardagetechnieken in putten, communicatietechnieken e.a.

Bij een speleo-ongeval in België gelieve volgend noodnummer te gebruiken en te benadrukken dat het om een speleo-ongeval gaat:

04/257.66.00

In Frankrijk is dit 0800 121 123

Meer informatie

Meer inlichtingen bij Annette Van Houtte, afgevaardigde voor het VVS bij de Commissie Secours of op de Site van Spéléo-Secours: www.speleosecours.be en onder de werkgroep Speleo secours.